Vanaf 1 maart mogen de meeste Nederlanders weer aangifte doen voor de inkomstenbelasting. Wie bij de belastingaangifte 2018 te maken heeft met de bijtelling voor privégebruik van een leaseauto of een andere zakelijke auto, krijgt te maken met een hoop regels.
Voor werknemers die in een auto van de zaak rijden, moet de werkgever een bedrag als loon bij het salaris optellen. Dit is voor het voordeel dat de werknemer geniet van het privégebruik van de auto: de bijtelling.
Hoe hoog die bijtelling is hangt van twee zaken af: de cataloguswaarde van de auto en de datum waarop voor het eerst een kenteken is afgegeven – de eerste tenaamstelling.
Bijtelling privégebruik geldt 5 jaar
De bijtelling voor privégebruik van een zakelijke auto kan per jaar anders worden vastgesteld. Voor auto’s waarvan het kenteken voor het eerst in 2018 is afgegeven, gelden bijvoorbeeld twee tarieven: 4 procent voor volledig elektrische auto’s en 22 procent voor alle overige auto’s; inclusief hybride auto’s.
Is je auto echter eerder dan 2018 afgegeven, dan gelden er andere tarieven. Bovendien geldt de bijtelling voor vijf jaar vanaf de eerste tenaamstelling.
Je moet dus niet alleen uitgaan van de tarieven van dat betreffende jaar, aan die bijtelling zit je vervolgens ook nog eens vijf jaar vast (tenzij je natuurlijk tussentijds van auto verandert). Is het eerste kenteken van de benzineauto die jij rijdt afgegeven in 2015? Dan moet je die bijtelling aanhouden tot en met 2020.
Uit welk jaar is je leaseauto?
Het percentage van de cataloguswaarde dat je moet optellen bij je belastbare inkomen, hangt mede af van de CO2-uitstoot per kilometer. En dat blijkt elk jaar weer anders te zijn.
Hieronder hebben we de bijtellingsregels vanaf 2014 een op een rij gezet.
In 2014 werd er nog onderscheid gemaakt tussen de CO2-uitstoot van dieselauto's en auto's die op andere brandstoffen reden. Dat leverde per categorie vijf bijtellingspercentages op: van nul procent oplopend tot 25 procent.
In het jaar daarop, 2015, verdween het onderscheid tussen diesel en auto's op overige brandstoffen. Er werd alleen nog maar bijgeteld op basis van CO2-uitstoot. Nog steeds waren er vijf bijtellingspercentages, maar die schoven wat op: van minimaal 4 procent tot 25 procent.
In 2016 was het weer anders. Toen daalde het aantal bijtellingspercentages naar vier: oplopend van 4 procent tot 25 procent.
Sinds 2017 kennen we nog slechts twee bijtellingstarieven: 4 procent voor volledig elektrische auto's en 22 procent voor de rest.